DSM criteria van PTSS
Hieronder vindt je de DSM criteria van PTSS. De DSM is een internationaal gebruikt classificatiesysteem waarin afspraken zijn gemaakt over de criteria van verschillende psychische stoornissen. Dit is gedaan op basis van wetenschappelijke inzichten.
Het is belangrijk om te vermelden dat dit classificaties zijn, geen diagnose. Een classificatie is niks meer dan een groep symptomen waarvan de wetenschap heeft laten zien dat deze vaak samenkomen. Deze groep symptomen heeft vervolgens een naam gekregen om onderzoek naar deze symptomen makkelijker te maken.
De classificatie is niet zozeer van belang voor je behandeling.Wij behandelen mensen en klachten, geen classificaties. Een standaard protocol afdraaien op basis van een bepaalde classificatie heeft in onze ervaring geen goede uitwerking.
Criteria A t/m H
Criteria A
Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld op een (of meer) van de volgende manieren.
- Zelf ondergaan van de psychotraumatische gebeurtenis(sen).
- Persoonlijk getuige zijn geweest van de gebeurtenis(sen) terwijl deze anderen overkwam(en).
- Vernemen dat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) een naast familielid of goede vriend(in) is (zijn) overkomen. Bij een feitelijke of dreigende dood van een familielid of vriend(in), moet(en) de gebeurtenis(sen) gewelddadig van karakter zijn of een ongeval betreffen.
- Ondergaan van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan de afschuwwekkende details van de psychotraumatische gebeurtenis(sen).
Criteria B
De aanwezigheid van een (of meer) van de volgende intrusieve symptomen die samenhangen met de psychotraumatische gebeurtenis(sen) en die zijn begonnen nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden:
- Recidiverende, onvrijwillige en intrusieve pijnlijke herinneringen aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen). NB: Bij kinderen die ouder zijn dan 6 jaar kan er sprake zijn van repetitief spel waarin thema’s of aspecten van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) tot uiting worden gebracht.
- Recidiverende onaangename dromen waarin de inhoud en/of het affect van de droom samenhangt met de psychotraumatische gebeurtenis(sen). NB Bij kinderen kan er sprake zijn van beangstigende dromen zonder herkenbare inhoud.
- Dissociatieve reacties (zoals flashbacks) waarbij de betrokkene het gevoel heeft of handelt alsof de psychotraumatische gebeurtenis(sen) opnieuw plaatsvindt (plaatsvinden). NB: Bij kinderen kan het voorkomen dat ze de psychotraumatische gebeurtenissen naspelen.
- Intense of langdurige psychische lijdensdruk bij blootstelling aan interne of externe prikkels die een aspect van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) symboliseren of erop lijken.
- Duidelijke fysiologische reacties op interne of externe prikkels die een aspect van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) symboliseren of erop lijken.
Criteria C
Persisterende vermijding van prikkels die geassocieerd worden met de psychotraumatische gebeurtenis(sen), die begon nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden, zoals blijkt uit minstens een van de of beide volgende kenmerken.
- Vermijding of pogingen tot vermijding van pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens over, of sterk samenhangend met, de psychotraumatische gebeurtenis(sen).
- Vermijding of pogingen tot vermijding van externe aspecten die aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen) herinneren, die pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens oproepen over, of sterk samenhangen met, de psychotraumatische gebeurtenis(sen).
Criteria D
Negatieve veranderingen in cognities en stemming, gerelateerd aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen), die zijn begonnen of verergerd nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden, zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende kenmerken.
- Onvermogen om zich een belangrijk aspect van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) te herinneren.
- Persisterende en overdreven negatieve overtuigingen of verwachtingen over zichzelf, anderen of de wereld.
- Persisterende, vertekende cognities over de oorzaak of gevolgen van de psychotraumatische gebeurtenis(sen), die ertoe leiden dat de betrokkene zichzelf of anderen er de schuld van geeft.
- Persisterende negatieve gemoedstoestand.
- Duidelijk verminderde belangstelling voor, of deelname aan belangrijke activiteiten.
- Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen.
- Persisterend onvermogen om positieve emoties te ervaren.
Criteria E
Duidelijke veranderingen in arousal en reactiviteit, gerelateerd aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen), die zijn begonnen of verslechterd nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden, zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende kenmerken.
- Prikkelbaar gedrag en woedeuitbarstingen, gewoonlijk tot uiting komend in verbale of fysieke agressie jegens mensen of voorwerpen.
- Roekeloos of zelfdestructief gedrag.
- Hypervigilantie.
- Overdreven schikreacties.
- Concentratieproblemen.
- Verstoring van de slaap
Criteria F en G
De duur van de stoornis (criteria A, B, C, D en E) is langer dan een maand. G De stoornis veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen.
De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel (zoals medicatie, alcohol) of aan een somatische aandoening.
Psychologenpraktijk Pilar
Denk jij dat je voldoet aan bovenstaande DSM criteria voor PTSS en heb je last van je klachten in het dagelijks leven? Plan nu een gratis kennismakingsgesprek in met ons